Het grote land

Onderstaande tekst heb ik geschreven voor een schrijfwedstrijd van de VPRO. Jonge schrijvers werden uitgenodigd om in 500 woorden te omschrijven waar ze naar toe zouden willen reizen. De winnaar krijgt een budget om die reis te maken, en om er een (kort) boek over te schrijven Een mooi initiatief en een fantastische kans natuurlijk! Hieronder mijn inzending: 

Het grote land
 

“I’ll be back” zeg ik met mijn meest stoere stem. Oom 1 t/m 3 kijken me lachend aan en ik zie mezelf door hun ogen. Een lang slungelig meisje met een bril, piekerig haar en een reusachtige felgekleurde trui. Ik ben 14 jaar en ik ben in Canada. Het land waar alles groot is. De vrachtwagens, de afstanden en Oom1, die boven me uittorent wanneer hij ons ophaalt van het vliegveld. Ik verdwijn in zijn reusachtige Canadian hug

We rijden urenlang langs houten huizen met veranda’s. Hectares bos schieten langs het raam. Licht lekt langzaam uit de hemel. “Dit is het huis van de buren”, zegt oom opeens. Ik kijk reikhalzend om me heen, op zoek naar zíjn huis. Na nog een half uur rijden komen we daar aan. Het is inmiddels pikdonker. Boven ons hoofd glinsteren duizenden sterren. In de verte hoor ik een keffend gehuil. “Coyotes”, zegt mijn oom schouderophalend. “Daarom mogen de katten ’s nachts niet naar buiten. Dan worden ze maar opgevroten.” Ik slik en loop achter hem aan. 

De komende drie weken zwerf ik langs de drie huizen van mijn ooms. De ooms van verweg, die ik nooit zie. Behalve als er een begrafenis is. Ik brabbel mijn beste highschool Engels, geniet van de uitgestrekte natuur en probeer mijn nichtjes Nederlands te leren. Biggetje is hun favoriete woord. Ik sluit vriendschap met de honden van oom1, de kinderen van oom2 en de vrouw van oom3. Ik teken al mijn schetsboeken vol. Ik praat met alle ooms. Ontzagwekkend groot en dichtbij zijn ze. Aan het eind van de snel voorbijvliegende reis vieren met zijn allen mijn  verjaardag. “I’ll be back” zeg ik plechtig.

I’ll be back schrijf ik nu op mijn laptop. Ik ben 28. Een lange vrouw met bril, een piekerige haardos en een grote kleurige sjaal. Ik ben nooit teruggegaan naar het Grote Land. Ik zie mijn ooms soms op een begrafenis. Maar mijn tantes en nichtjes zie ik nooit.

Mijn opa en oma emigreerden nog voor mijn geboorte naar Canada. Ze namen twee volwassen zoons en één puberzoon met hen mee. Mijn grootouders kwamen abrupt terug in mijn leven toen ik acht was. Opa overleed bijna meteen. Oma bleef de paar jaar die ze nog leefde een vreemde voor me. Ze was uitgegroeid tot mythische proporties, maar bleek ontstellend klein. Oom 1-3 maakten van Canada hun nieuwe thuisland. In hun huizen woont een onbekend stuk familiegeschiedenis. Mijn enige nichtjes van mijn leeftijd wonen daar. Ik heb ze zien trouwen en kinderen zien krijgen. Maar alleen op Facebook. 

Elk jaar dat ik ouder wordt, besef ik hoe belangrijk familie voor me is. Zij vormen mijn wortels, mijn oorsprong. En ik vind het een groot gemis dat ik een deel daarvan niet ken. Daarom wil ik terug naar Canada. Om in de voetsporen van mijn 14jarige zelf te treden. Net als toen, met een schetsblok. Maar nu ook met een schrijfblok. Ik wil het Grote Land doorkruisen, mijn wortels herontdekken en de reis vastleggen in taal en tekening.


Geen opmerkingen: