“De wens van je partner is altijd belangrijker dan je eigen
wens, toch?”
Hassan kijkt me verwachtingsvol aan. “Ja maar”, probeer ik, “dat geldt dan toch ook voor mijn partner? Hoe bepaal je nu wie dan het belangrijkst is?” Hij wuift dit westerse denkbeeld met een zwaai van zijn hand weg. “Nee nee nee” zegt hij ongeduldig “het gaat om je partner. Niet om jou.”
Hassan kijkt me verwachtingsvol aan. “Ja maar”, probeer ik, “dat geldt dan toch ook voor mijn partner? Hoe bepaal je nu wie dan het belangrijkst is?” Hij wuift dit westerse denkbeeld met een zwaai van zijn hand weg. “Nee nee nee” zegt hij ongeduldig “het gaat om je partner. Niet om jou.”
We zitten in de sportkantine na een lange en uitputtende
uitwedstrijd. De tegenstanders halen drankjes voor ons en Hassan hoort me uit
over de belangrijke zaken des levens.
“Zeg, als je partner
kinderen wilt, dan doe je dat voor hem. Dat heb je dan voor hem over.” Ik staar
hem aan. “Maar als ik dat zelf niet wil?” Ik ben immers opgevoed met
gelijkwaardigheid. “Nee nee, grote
dingen doe je voor de ander. Als mijn vriendin kinderen had gewild, dan had ik
dat voor haar gedaan. Als zij had willen trouwen, dan was ik getrouwd. Maar ik
ben heel blij dat ik nu in Nederland woon, waar je niet hoeft te trouwen en
toch mag samenwonen.” Hij kijkt me tevreden aan.
Er komt een schaal bitterballen op tafel. Hassan legt zijn
racket weg. Eén van de tegenstanders doet alsof hij niet naar ons gesprek
luistert.
“Maar in het geval
van kinderen vind ik het iets anders. Die moet je alle twee willen. Anders is
het niet eerlijk voor het kind.” Ik ga stug door.
“Ach, dat maakt voor dat kind toch niet uit. Als het kind er is, dan hou je daarvan. Klaar.”
“Ach, dat maakt voor dat kind toch niet uit. Als het kind er is, dan hou je daarvan. Klaar.”
“Maar als ik nu geen kinderen wíl?”
“Waarom wil jij dan geen kinderen? Zeg jij, dat is teveel gedoe, huilen enzo?”
“Nee, ik weet niet, ik wil het gewoon niet.”
“Dat kan niet. Er moet een reden zijn. Zeg me, wat is de reden?”
“Waarom wil jij dan geen kinderen? Zeg jij, dat is teveel gedoe, huilen enzo?”
“Nee, ik weet niet, ik wil het gewoon niet.”
“Dat kan niet. Er moet een reden zijn. Zeg me, wat is de reden?”
De schaal gaat rond. Hassan pakt hem vast en draait zich van
me weg. Ik doe een graai naar de schaal maar hij geeft hem lachend door, de
andere kant op.
“Het is toch net als met houden van? Maar dan omgekeerd? Ik
hou van mijn vriend, en daar zijn een heleboel redenen voor. Maar het gaat niet
om die redenen, het belangrijkste is het gevoel. Dat iets, waar je niet je
vinger op kan leggen. Je houdt gewoon van iemand. En met kinderen krijgen is
het ook zo. Je wilt ze. Of je wilt ze niet.”
“Nee nee, dat is iets heel anders. Nog een bitterbal?”
“Nee nee, dat is iets heel anders. Nog een bitterbal?”
Geen opmerkingen:
Een reactie posten